er lijkt een bruidssluier vergeten
ze slingert tussen bottende bomen
een voile
teder teer op weelderig gras
zweem parfum rijk en wit
danst op de lente

gewimperde omwindselblaadjes
knipogen
bloempjes samen uitgestrekt
tot parasol
voor al wat op de bodem krioelt

een stengel knakt
ondanks voorzichtige voeten
hanteer behoedzaam het zakmes
voor een snede in de
holle fluitekruidpijp

hard blazen genereert
een schelle toon
doet merels zwijgen
en een bonte specht schaterlachen

Ingrid van den Oord ©

Comments are closed.