Waggelend achter zware Jacobs-shag
Struinen, plastic tas
Veren, losgeraakte dobbers tussen keikieren
Koeienvlaai ontwijkend, rubberlaarsjes
Wortels, van wieg tot karaf

Terugweg langs café de Ton
Jij “weet-ik-wat”
Ik het zwarte smoelwerk, trekdrop
Rode vingers, paprika-chips

Veel te laat, achter op de fiets
Grijp met mijn knuistjes jouw lederen jas
Weet wat komen gaat

Nu
kom ik niet meer tussenbeide
Verlangen te laten wat hardnekkig was
Nooit meer elders te worden

Rest eeuwige rijdans rond het laagland
kolking in Spui, Oude Maas en Dordtse Kil
Draaislag van het Haringvliet, het schuim langs Hollands Diep
een trechter in het Vuile Gat

En de geur van jouw lederen jas.

 

Rick Jan Hitzerd©

Comments are closed.