troubadour zing nog ten enenmale
voordat zij weer naar huis terug moet
het donjon naar binnen en trappen op
eerste verdieping heeft een haard

haar voeten duwen het weefgetouw
kettingboom in stand voor
eenvoudig blauw wollen surcotte
zielenrust tijdverdrijf bij schaars licht

ze schiet klossen
op het ritme van haar hart

woorden uit het lied jongleren
verlangens naar andere oorden
proberen gedachten te bedwingen
over aanstormende zee die ze al ruikt
zout stroomt tegen zoet in
brakke gorzen
slikken en afgegraven veen

onder luid roepen van knechten
ratelt de ophaalbrug in zijn kettingen
wekt een vals gevoel van veiligheid

op Kromme Elleboog waaiert de blik
over polders tot op dijken
tractoren werken over waar eens
een met kloostermoppen gebouwd
kasteel

na jaren te zijn omgeven
door brakke turf
is historie verzwolgen
nu goed toegedekt
door vruchtbare grond

Ingrid van den Oord ©

Sint Elisabethsvloed 1421

Comments are closed.