Door elke liefde die je had Al is ze zo ver weggeëbd dat je slechts vaag memoires hebt aan kusjes op het achterpad Werd onervaren, schande-wijs De vallen waar je in bleef trappen veel valt er ook niet aan te snappen die wissels op je levensreis Het liefdesvuur is levenslicht om dat niet uit te [...]
Read More

Hij zat hier in zijn tienertijd, een doodsangst uit te staan Met een bezwete rug, de schrik, een fout te zullen maken Een schietgebed, het Amen aan te raken En tussendoor de stress van partituren om te slaan In speelroutine door de jaren greep het hem nog aan Als twee verliefden in de kerk oprecht [...]
Read More

Nacht waarin je na uitzwaaien de keuken binnenloopt en bij het zien van de ravage toegeeft aan een laatste borrel in de tuin Het gezicht strakgespannen van zon, vuurkorf en withete liefde De dag stukgeslagen in een hoofdpijn van vliegveldwiskey Schroeiend haar op herenkuit De koersfiets gevallen tegen de schuur Het vreemd voldane gevoel van [...]
Read More

Het witte vel als ijsberg, tegemoet de ijdele hoop van er zal nu toch wel iets komen ter inspiratie die gedachten vrij laat stromen een thema, dat mijn dichthart kloppen doet? Mijn bloeddruk stijgt, de adem mij ontnomen De zee van twijfel bruist, weg is mijn overmoed van “ach dat komt nog wel” naar “komt [...]
Read More

Laat warme wind ‘t gezaaide strelen Hergeef mijn akker groen gezicht Verguld in ‘t zachte lentelicht zodat mijn winterwonden helen Bloei in mijn blik, mijn mond, mijn woorden Groei in mijn zijn, in wat ik ben Rijp in de vruchten van mijn pen Beplant mijn diepst verborgen oorden In dat verlangen wil ik dromen Het [...]
Read More

Onder het oordeel van de wolken draag jij de schemeraar, middagvluchter en de nachtdieren. Golven breken tegen je fundament in oxidatiegroen, verbinder onder grijze lucht. Je arm bijtijds omhoog om niet geraakt te worden door de masten. Witte windreuzen langs je strak afgetrainde taille, je rood-wit gestreepte Beaufort-bazuinen, waterpas. Het Hollands Diep glippend door jouw [...]
Read More

Glimlachend wakker, kakelende kinderstemmen Rolgordijn omhoog, trilling tot de tenen Één nacht, mijn polderwereld onder de deken van jeugdwinters Steenkoud slaapkamertje, wollen deken als een plank In blauw-badstof pyjama, geklommen op het bureautje Vingernageltjes krassend langs de ijsbebloemde ruit Muffe zolder op, de schaatsen Roestige botte Friese doorlopers, drukken de pret niet Gebroken veters hopeloos [...]
Read More

Als op een dinsdag in dit leigrijs krochtig leven De wanhoop naarstig mijn wat wankele kuiten tart. Het Oudjaarslied omfloerst in streng verstikkend zwart Gelukkig is dit niet heel lang gebleven Mijn tred, veel lichter dan ik ooit had durven dromen, alwaar geen zwarte pakken zijn Geen hoge hoed of kraaienkners Noch dissonant of klaagelijk [...]
Read More

na ruim twee jaar poëtisch versjes schrijven de tijd schrijdt voort hoezeer dat ook verdriet mijn Hoeksche Waardse dichterschap teniet maar pennenvruchten zullen achterblijven als herinnering aan schone tijden met titels als “NESTVEILIGHEID” en “GROEI” als “WIND IN WAARD” die onverdroten woei en “WATERWIJSHEID” alsook “COVID-LIJDEN” “KAPPEN MET KAPPEN”, “WINDMOLENGEDOE” “RIEN KIEVIT” overleden, ‘t Gors [...]
Read More